(Levens)testament en erfbelasting

Diensten en thema's

Erf- en schenkbelastingtarieven in 2023

Erf- en schenkbelastingtarieven in 2023

 

Tabel tarieven schenk- en erfbelasting 2023

Waarde schenking/erfdeel Partner en (pleeg- of stief)kinderen betalen over de waarde Kleinkinderen en verdere afstammelingen betalen over de waarde Overige personen betalen over de waarde
€ 0 - € 138.641 10% 18% 30%
€ 138.642 en meer 20% 36% 40%

 

 Vrijstellingen schenkbelasting: zie https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/schenken/content/ik-krijg-een-schenking-betaal-ik-schenkbelasting

 

 Vrijstellingen erfbelasting: zie https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/erfbelasting/content/vrijstelling-erfbelasting

 

 

 

 

Hoe beperk ik erfbelasting en de eigen bijdrage aan WLZ-zorg ?

Hoe beperk ik erfbelasting en de eigen bijdrage aan WLZ-zorg ?

Hoe beperk  ik  erfbelasting en de  eigen bijdrage aan WLZ-zorg (vroegere AWBZ) ?

Vaak hebben ouders een huis en kinderen. Het huis is hun vermogen. Daarnaast ga ik uit van enig spaargeld.  Om dit vermogen niet kwijt te raken aan verplichte bijdragen aan Wet langdurige zorg (WLZ) genoemd, en erfbelasting zou de volgende route bewandeld kunnen worden.

Eerst even een korte toelichting:

Erfbelasting is de belasting die betaald wordt na een overlijden, over de erfenis. Voor kinderen is het tarief in beginsel 10% over hun belaste verkrijging. Als deze verkrijging meer is dan  € 126.723 per kind, betalen zij 20% over dat meerdere. Zij hebben  een onbelaste  vrijstelling van € 20.945 per kind. (Getallen gelden in 2020).

De bijdrage aan de WLZ-zorg is de eigen bijdrage die de ouders betalen voor zorg die zij krijgen, bijvoorbeeld in een verzorgingstehuis. Deze bijdrage is afhankelijk van het inkomen, maar ook van het vermogen. Kort samengevat:  Hoe meer inkomen of vermogen, hoe meer eigen bijdrage moet worden betaald. Voor 2020 is deze maximale bijdrage per maand op basis van zorg en verblijf te vinden op www.hetcak.nl

Dat het in de praktijk vaak ingewikkelder kan zijn dan hierna beschreven wordt  doet niets af aan de richting die ik in dit artikel aangeef.  Wel zal een advies in dezen altijd op  uw  individuele situatie toegesneden moeten worden.

Stap 1: Allereerst zouden de ouders een jaarlijkse "schenking op papier"  kunnen doen. Hierdoor verandert er niets in hun situatie.

Jaarlijks zijn zij door deze schuldigerkenning uit vrijgevigheid wel 6 % rente per jaar aan de kinderen verschuldigd. Dit bedrag kunnen zij echter terugschenken. Dat alles kan binnen bepaalde grenzen zonder schenkbelasting.

Zo kan toegewerkt worden aan een overdracht van de waarde van het huis aan de kinderen.

Ter nadere informatie: Wat is een schenking op papier ?

Uw eventuele schenkingen aan uw kinderen kunnen contant dan wel op “papier”, dat wil zeggen via schuldigerkenningen, gerealiseerd worden.

Op "papier" schenken houdt in dat u de volledige beschikking houdt over het geschonken vermogen doch wel een schuld in uw nalatenschap aan uw kinderen creëert. Deze vermindert het saldo van uw nalatenschap, waardoor minder erfbelasting verschuldigd is. Dat is vaak de reden om een bedrag op “papier” aan de kinderen te schenken.

Bij een schuldigerkenning uit vrijgevigheid, de voormelde “papieren schenking”, is een zakelijke rente per jaar van 6 % door de ouders aan het kind verschuldigd. Deze rente moet ook daadwerkelijk aan de kinderen overgemaakt worden. De fiscus kan dit controleren en bij het ontbreken daarvan de schenking niet als een schuld in de nalatenschap erkennen, waardoor de beoogde besparing aan erfbelasting niet gerealiseerd wordt.

Daarbij moet overigens in de gaten gehouden worden dat een papieren schenking ten koste gaat van het onbelaste vermogen, dat in uw eigen woning zit. Het  gevolg is wel dat tot dan toe voor de inkomstenbelasting onbelast vermogen, belast vermogen bij uw kinderen wordt. Dit wordt dan nu nog  jaarlijks bij uw kinderen belast met 1,2 % rendementsheffing voor de Inkomstenbelasting. Dit zou dan nadelig zijn en komt in mindering op de voormelde besparingen.  

Daarom is het van belang om deze schenkingen niet ten koste van het vermogen in het huis te laten gaan, maar te financieren uit ander vermogen. Dan blijft het vermogen in het huis onbelast in Box I Inkomstenbelasting.

Stap 2:

Het huis kan verkocht worden en vervolgens kunnen er met de opbrengst aanvullende schenkingen gedaan worden aan de kinderen. Want dan is de opbrengst geen Box I – vermogen meer en is het sowieso bij de ouders belast met 1,2 % rendementsheffing.  Dit hoeft dan niet meer via de notaris "op papier", doch zou eenvoudig contant kunnen. Tenzij de ouders nog steeds de beschikking over het geld willen houden. Dan kan het vermogen via een schenking "op papier" naar de kinderen gaan en toch nog in hun portemonnee blijven.

Op deze wijze kan het hele vermogen overgeheveld worden naar de kinderen. Het voordeel daarvan is dat het dan niet meer meetelt voor de berekening van de verplichte bijdragen aan WLZ. Het zit tenslotte bij de kinderen. U kunt er desgewenst wel nog steeds over beschikken.

Stel nu, dat een van de ouders is overleden. De andere ouder verhuist naar een verzorgingstehuis of gaat een serviceflat huren en doet een beroep op de ondersteuning van thuiszorg via WLZ. Stel dat het huis niet op tijd verkocht is aan een derde. Dan zou de oplossing zijn om het huis aan de kinderen te verkopen. Deze betalen dan met hun al ontvangen schenkingen. De rest van de koopsom blijven ze schuldig aan hun ouder. Die ouder kan daarop dan weer  gaan kwijtschelden, ook een vorm van schenken. Zo wordt toch bewerkstelligd dat het vermogen niet meer bij de ouder zit en bij de kinderen terecht komt. Met het voordeel van een lagere eigen bijdrage voor WLZ.  Dit kan dan ruim € 25.000,-- per jaar aan bijdrage besparen. De kinderen verkopen het huis vervolgens door aan een derde, als zij hetzelf niet gaan bewonen.

Hierbij maak ik wel  de kanttekening dat deze bijdrage WLZ allereerst gebaseerd wordt op uw (pensioen)inkomen en daarna pas op uw vermogen. Indien u al een hoog inkomen heeft kan het zijn, dat u op basis daarvan al de maximale bijdrage WLZ moet betalen. Dan heeft vermogensoverheveling geen lagere bijdrage ten gevolge en dus geen effect. Wel is er dan nog wel het voordeel van een lagere erfbelasting voor de kinderen. 

Want in alle gevallen is een tweede voordeel van deze aanpak, ook al zou deze beperkt blijven  tot uitsluitend schenkingen,  dat bij overlijden van de tweede ouder  minder erfbelasting verschuldigd is. Weliswaar wordt dit mogelijk gedeeltelijk gecompenseerd door schenkbelasting, doch een voordeel is er altijd vanwege  de jaarlijkse vrijstelling van nu ruim € 5.515,-- per kind (2020).

Conclusie:  Denkt u eens na over de schenking "op papier". Begin hier tijdig mee als dat voor interessant is. Het kan u een veel lagere bijdrage voor de WLZ opleveren en er is minder of zelfs geen erfbelasting meer verschuldigd.

En als u in tijdnood komt vanwege de dreigende verplichte bijdrage WLZ kan het huis ook op naam van de kinderen gezet worden.

Meer informatie en advisering hierover kan ik u geven, toegesneden op  uw specifieke informatie. 

 

Wat zijn erfrechtelijk de voorzieningen voor uw  kind met een verstandelijke beperking ?

Wat zijn erfrechtelijk de voorzieningen voor uw kind met een verstandelijke beperking ?

Wat zijn erfrechtelijk de voorzieningen voor uw  kind met een verstandelijke beperking ?

In de praktijk speelt regelmatig de vraag wat je als ouder met een  kind met een verstandelijke beperking, hierna verder te noemen: "het kind",  moet regelen voor je erfenis ?

Dat speelt tegen de achtergrond van de vrees van de ouder dat alles wat hij nalaat door dat kind voor zijn verzorging gebruikt moet worden en daarmee binnen de kortste keren op is. Tenslotte leven we vandaag in de wereld van een terugtredende overheid en overheidsondersteuning.

Daarom behandel ik in dit artikel twee vragen:

Wat kan ik als ouder doen om mijn nagelaten vermogen zoveel mogelijk in tact te kunnen laten ten behoeve van mijn andere kinderen ?

En wat kan ik doen als ik maar 1 kind heb en wel een kind met zo'n beperking ? En wat gebeurt er dan met het huis ? En wie gaat er dan voor mijn kind zorgen ?

In onderstaand artikel zal ik aangeven wat hierover te zeggen is.

Ik begin met een korte uitleg van het nederlandse erfrecht. Als je als ouder getrouwd bent en je hebt niets geregeld is de wet van toepassing. Deze bepaalt dat bij overlijden van een ouder alles naar de andere ouder gaat. Het kind krijgt een vordering ter grootte van zijn erfdeel op deze ouder. En die vordering is pas opeisbaar bij diens overlijden.

Is er sprake van een overlijden van de 2e ouder, dan erft het kind alles, als dit het enig kind is, anders de kinderen gezamenlijk, samen en voor gelijke delen.

Is er sprake van samenlevende ouders en er is niets geregeld dan erven de kinderen alles van de overleden ouder.

Vaak is bij een meerderjarig kind al sprake van een meerderjarigenbewind o.g.v. art. 1:431 BW. Deze bewindvoerder beheert onder toezicht van de kantonrechter dan het vermogen van het kind en vertegenwoordigt het kind. Is daarvan geen sprake dan heeft het kind onbeperkt de beschikking over de erfenis. Wil de ouder dit niet, maar wil hij ook niet al tijdens leven dit meerderjarigenbewind, dan kan hij in zijn testament een testamentair bewind over de erfenis instellen. Als reden hiervoor geeft hij daarin aan dat het kind verstandelijk niet in staat is om zelf beslissingen aangaande de besteding van de erfenis te nemen. Is een kind nog minderjarig dan zijn de ouders van rechtswege de bewindvoerder over het vermogen van het kind. In alle situaties blijft het geërfde vermogen nog steeds eigen vermogen, van het kind en daarmee vatbaar voor verhaal voor de kosten van verzorging.

En daarmee kom ik op de vraag of er mogelijkheden bestaan om het nagelaten vermogen zoveel mogelijk aan de andere kinderen zonder beperking ten goede te laten komen en niet alleen aan de overheid. Want de praktijk wordt steeds meer dat dit kind zelf uit het eigen vermogen moet bijdragen aan de betaling van deze kosten.

Daarbij ga ik in het onderstaande voorbeeld eerst ervan uit dat het kind nog broers en zussen heeft. Later bespreek ik de situatie dat er maar 1 kind is.

Wat zijn dan de mogelijkheden ? 

Deze lopen allemaal via een testament:

  1. het  kind wordt onterfd;
  2. het gedeelte van de nalatenschap dat de andere kinderen dan meer krijgen wordt een van hun overig vermogen afgescheiden vermogen. Dit wordt zo beschreven in een op te stellen testament en we noemen dit een "fonds".
  3. aan het kind wordt het vruchtgebruik van het fonds gelegateerd; of
  4. aan de andere kinderen wordt de last opgelegd om uit het fonds ten behoeve van hun  broer of zuster uitgaven te doen voorzover het eigen inkomen en vermogen van dat kind niet toereikend is. Dit als aanvulling op de WAO- of WAJONG-uitkering van het  kind;
  5. het fonds wordt onder bewind gesteld van een van de kinderen. 
  6. de rechten en aanspraken van het kind worden onder bewind gesteld. Deze testamentaire bewindvoerder is dezelfde als de testamentaire bewindvoerder van het fonds. 

Doel van het testament

Het testament dient dan een driedelig doel:

  1. door het vruchtgebruik wordt voorkomen dat bij overlijden van het kind (dat vaak, erfrechtelijk gezien, geen partner en/of kinderen zal hebben) vermogen naar broers en zusters vererft. Dit bespaart erfbelasting. Bij het einde van het vruchtgebruik verkrijgen de overige kinderen onbelast het volledig eigendom van het erfdeel van hun overleden broer of zus;

bij verkoop door de overige erfgenamen komt het vruchtgebruik op de verkoopopbrengst te rusten.

  1. het zou wellicht nog eens kunnen gebeuren dat de AWBZ, tegenwoordig Wlz, zodanig wordt gewijzigd dat het kind meer van zijn eigen vermogen moet “opeten” alvorens de overheid financieel bijspringt om de kosten van zijn verpleging en verzorging te voldoen. Door het kind het vruchtgebruik van het fonds te geven wordt voorkomen dat het fonds tot diens eigen vermogen behoort. Alleen de hem als vruchtgebruiker toekomende inkomsten uit het fonds hebben eventueel invloed op de hoogte van zijn eigen bijdrage;
  2. het kind wordt niet “vergeten”. Voor sommige ouders is het psychologisch moeilijk hun kind, dat toch al zoveel tekort komt, te onterven. Doordat in het testament een uitgebreide regeling ten behoeve van het kind wordt getroffen, wordt die psychologische drempel geslecht.

Legitieme ?

  1. Vorm

Zoals bekend bestaat de legitieme, een door de wet verplicht gesteld wettelijk erfdeel voor het kind, sinds 2003, de start van het nieuwe erfrecht, uitsluitend in de vorm van een vordering ter waarde van dat erfdeel. Als dus namens het kind een beroep op diens legitieme wordt gedaan, wordt deze geen mede-erfgenaam. De afwikkeling van de nalatenschap kan dan eenvoudiger plaatsvinden omdat voor bijvoorbeeld de verkoop/levering van een onroerende zaak geen machtiging van de Kantonrechter nodig is. Ook voor de verdeling is diens goedkeuring niet nodig omdat het kind geen deelgenoot is en diens medewerking evenmin vereist is (zie art. 3:183 BW). De erfgenamen oftewel de andere kinderen kunnen deze zelf afwikkelen overeenkomstig de wensen van de ouder.

  1. Omvang

De legitieme bedraagt sinds 2003 de helft van het erfdeel bij versterf. Een voorbeeld: Heeft het kind een broer en een zus en nog maar één ouder, dan erven die kinderen bij overlijden van die ouder volgens de wet een erfdeel bij versterf, groot 1/3 deel van de nalatenschap. De legitieme is dan dus 1/6 deel en gelijk aan een vordering ter grootte van de halve waarde van dat erfdeel van 1/3. Het is geen aandeel in de goederen. 

De vraag is nu wat de waarde van het vruchtgebruik is. Volgens de fiscale praktijk is deze waarde lager dan die 50% is als het kind 65 jaar of ouder is (bij 65 jaar bedraagt de waarde dan 8 x 6 = 48% volgens de gebruikte tabellen voor de erfbelasting). De ouder zal dan toch ook meestal al tenminste 85 jaar zijn. De meeste mensen halen die leeftijd niet. Bovendien heeft het kind vaak een kortere levensverwachting.

Kortom: De kans dat de waarde van het vruchtgebruik lager is dan 50% van de waarde van het volledige erfdeel van 1/3 is zodoende  klein.

Wat de waarde betreft zal het vruchtgebruik dus in het algemeen niet tot een tekort op de legitieme leiden. En daarmee komt een beroep op de legitieme meestal niet voor, zodat een ouder niet bang hoeft te zijn dat dat stuk van de erfenis eigen vermogen van het kind gaat vormen en zo gebruikt kan worden voor en snel opgaat aan de kosten van verzorging.

Bewind en mentor

Zoals hiervoor vermeld worden zowel de rechten en aanspraken van het kind als het fonds onder bewind gesteld.

Wat betekent "bewind" ? Vaak zie ik dat een meerderjarig kind al een bewindvoerder kent. Deze persoon wordt door de kantonrechter benoemd uit de kring van personen die dicht bij het kind staan. Is het kind nog minderjarig dan zijn er de ouders die automatisch deze taak vervullen. Zijn beide ouders er  niet meer of zijn er bijzondere omstandigheden dan wordt  een voogd benoemd. Deze is dan opvoeder, verzorger en ook bewindvoerder. Wordt het kind meerderjarig dan zit zijn taak erop en kan de meerderjarigebewindvoerder zijn rol als vermogensbeheerder overnemen. Daarnaast kan dan een mentor optreden. Deze persoon is te vergelijken met een adviseur en begeleider in persoonlijke zaken zoals bijvoorbeeld het organiseren van de dagelijkse gang van zaken. Denk daarbij aan het uitzoeken van de juiste woning of het helpen in dagelijkse keuzes van bijvoorbeeld kleding en andere spullen, het kopen van een toegangskaartje etc... 

Enkele opmerkingen over het bewind:

  1. Omdat het bewind op het fonds rust is het niet mogelijk, dat privé-schulden van de gerechtigde tot het fonds, lees hier: de andere kinderen, op het fondsvermogen worden verhaald. Dat biedt een bescherming voor het kind. 
  2. Als op het vermogen van het kind al een meerderjarigenbewind zit, heeft dat dan invloed op het testamentaire bewind over het fonds ? Dit probleem speelt feitelijk natuurlijk alleen als de testamentair bewindvoerder een ander is dan de bewindvoerder krachtens boek 1 BW. ? Dan heeft de testamentair bewindvoerder  de sterkste positie. Wel zal de testamentaire bewindvoerder dan aan de andere bewindvoerder rekening en verantwoording moeten afleggen. Daarom is het verstandiger dat beide bewindvoerders dezelfde persoon zijn.
  3. Om mogelijke discussies over de bestemming van de opbrengsten (behoren die tot het vruchtgebruik of niet ?) te voorkomen zou ik het fonds in zijn totaliteit (dus zowel de zgn. blote eigendom als het vruchtgebruik onder bewind stellen en één en dezelfde persoon tot bewindvoerder benoemen en daarnaast het vruchtgebruik helder omschrijven;
  4. De Kantonrechter moet de testamentaire bewindvoerder machtigen om het testament uit te voeren conform de wens van de erflater. Doet de rechter dat niet dan zal deze bewindvoerder namens het kind zijn erfenis moeten verwerpen. De Kantonrechter kijkt bij het al dan niet verlenen van de machtiging daarbij naar het belang van het kind. 

Aantasting bewind en machtiging van de Kantonrechter

  1. Hier komt wat betreft het bewind op de rechten en aanspraken van het kind art. 4:75 BW om de hoek kijken.

Dit artikel bepaalt in lid 1:

"De waarde van hetgeen een legitimaris krachtens erfrecht onder bewind kan verkrijgen, komt ook bij verwerping in mindering op zijn legitieme portie, indien het bewind is ingesteld op de in de uiterste wil vermelde grond: a. dat de legitimaris ongeschikt of onmachtig is in het beheer te voorzien.”

Het zal duidelijk zijn dat het kind niet in staat is in het beheer te voorzien.

Mits deze clausule dus maar in het testament is opgenomen heeft het geen zin te verwerpen omdat het kind dan zeer waarschijnlijk niets meer krijgt en dat is niet in het belang van het kind en aldus niet de bedoeling van de Kantonrechter. 

  1. Machtiging kantonrechter

Heeft de bewindvoerder, als hij het vruchtgebruik namens het kind accepteert, de machtiging van de Kantonrechter nodig?

Art. 4:169 BW bepaalt in dit verband dat de bewindvoerder met toestemming van de rechthebbende andere dan beheershandelingen mag verrichten. Lid 3 van dit artikel bepaalt dat als de toestemming niet wordt verleend (en dat zal zich hier voordoen omdat het kind niet bij machte is de toestemming te verlenen) de Kantonrechter de toestemming desgewenst door zijn machtiging kan vervangen. De Kantonrechter kan de machtiging verlenen onder zodanige voorwaarden als hij geraden acht.

Naar mijn mening hangt het af van de reden waarom een beroep op de legitieme wordt gedaan. De Kantonrechter zal van de bewindvoerder hooguit eisen dat hij een beroep doet op de legitieme in verband met het legaat van vruchtgebruik. De waarde van het vruchtgebruik moet in dat geval lager zijn dan waarde van de legitieme, anders is er geen sprake van een schending daarvan. Hiervan is niet snel sprake zoals ik hiervoor aangegeven heb.

Een beroep op de legitieme in verband met aantasting van het bewind is niet in het belang van het kind en zal de Kantonrechter daarom niet honoreren.

Afwikkelingsbewindvoerder

Indien er meerdere andere kinderen zijn en u wilt niet dat zij onenigheid hebben over welke goederen en waarden van de erfenis onder het legaat van vruchtgebruik vallen, dan kunt u een van de kinderen in uw testament tot afwikkelingsbewindvoerder benoemen. Dit kind kan dan zelfstandig de nalatenschap verdelen overeenkomstig ieders deel en ook bepalen welke goederen en waarden van de erfenis onder het legaat van vruchtgebruik vallen.

Nog iets over meerderjarigenbewind en curatele

Ondercuratelestelling gaat verder dan bewind. De onder bewind gestelde kan nog zelfstandig contracten aangaan en transacties verrichten. Iemand die onder curatele staat,  is handelingsonbekwaam. Dit betekent dat hij zonder toestemming van de curator geen rechtshandelingen kan verrichten die niet kunnen worden teruggedraaid. Bijvoorbeeld het kopen van een huis of het sluiten van een huurcontract of het kopen van een fiets.

Wie onder bewind staat, blijft handelingsbekwaam. Hij mag dus nog wel zelfstandig rechtshandelingen verrichten. Hij kan dus wel zelfstandig transacties aangaan. Deze kunnen echter niet op het onder bewind gestelde vermogen verhaald worden. 

Krachtens een nieuwe wet kunnen dergelijke schulden m.i.v. 1 januari 2014  zelfs bij het einde van het bewind hierop niet verhaald worden. Er komt bovendien een openbaar register waarin aangetekend wie onder bewind of curatele staan en waarover het bewind zich uitstrekt. Derden kunnen zo zien, voordat zij een transactie aangaan, of iemand onder bewind of curatele staat.

Is het nodig om een stap verder te gaan en een curator over het kind te laten benoemen door de rechter ?

In 2013 speelde een rechtszaak, waarin een ouder de rechter verzocht haar kind onder curatele te plaatsen. De rechter wees dit verzoek af, omdat hij vond dat bewindvoerder en mentor voldoende waarborgden dat haar kind geen onverstandige dingen ging doen. Een derde zou  tegenover de ouders of bewindvoerder geen nakoming van de transactie kunnen eisen, omdat hij bij zo'n kind al had moeten beseffen dat het niet tot een dergelijke transactie in staat was.

Voor zowel curatele als bewind bestaan openbare voor derden te raadplegen registers, zodat zij, voordat zij een transactie aangaan kunnen zien of iemand onder bewind of curatele staat.

Vanaf 1 januari 2014 heeft de rechthebbende, nadat publicatie van het beschermingsbewind in het openbaar register is opgenomen, aldus  een zeer vergaande bescherming, die bijna net zo ver gaat als de handelingsonbekwaamheid die het gevolg is van een ondercuratelestelling. Het is dan ook terecht dat de rechter hier besloten heeft dat het kind door bewind voldoende wordt beschermd  zodat verdere inbreuken op zijn bevoegdheden om deel te nemen aan het rechtsverkeer niet meer nodig zijn.

 

En wat kan ik doen als ik maar 1 kind heb en wel een kind met zo'n beperking ? En wat gebeurt er dan met het huis ? En wie gaat er dan voor mijn kind zorgen ?

Om te beginnen wijs ik op hetgeen ik hiervoor over  het nederlandse erfrecht gezegd heb. 

Is er sprake van een overlijden van de 2e ouder, dan erft het kind alles, als dit het enig kind is.

Wat voor voorzieningen kun je dan als ouder treffen ? Je kunt dan geen andere kinderen als enige erfgenamen aanwijzen onder de last van een legaat van vruchtgebruik aan het kind in de vorm van een fonds met daarover een bewind door een broer of zus. 

Wat wel mogelijk is is om een ander tot erfgenaam te benoemen onder dezelfde lasten zoals hiervoor bij de andere kinderen beschreven zijn. Ook hier kan als sanctie in het testament opgenomen, dat bij niet-nakoming van de last het erfdeel van het kind alsnog aan het kind toevalt. Om dit daadwerkelijk na te gaan zou er nog een bewindvoerder over dit erfdeel benoemd kunnen worden, die hierop toeziet. 

 

De vraag is natuurlijk of een ouder een ander als erfgenaam wil aanwijzen. Indien hij het kind toch wil laten erven, als enige erfgenaam, komt dat vermogen bij het kind terecht. Dan is het vatbaar voor verhaal door de overheid in het kader van kosten voor de verzorging. Maar dan erft wel het eigen kind.

Verder zou de erfstelling ten gunste van het kind op dezelfde wijze vorm gegeven kunnen worden zoals hiervoor beschreven is. Ook is de aanwijzing van een testamentaire bewindvoerder daarvoor mogelijk. Dat zou dan die ander zijn. Ook is de wens op te nemen inzake een bewindvoerder voor het overige vermogen van het kind indien dat er is. En die ander kan ook nog mentor worden: Hij of zij kan voor het kind zorgen en alle voorzieningen erbij halen die daarvoor nodig zijn. De persoon die u in deze hoedanigheden aanwijst is voor u en uw kind natuurlijk een te vertrouwen persoon, vaak een goede vriend of vertrouwd familielid.

U kunt het kind dan uw huis nalaten en dit laten beheren door deze bewindvoerder en mentor. Vervolgens kunt u in uw testament nog een andere erfgenaam aanwijzen, indien het kind zou zijn overleden en er zou nog iets van uw nalatenschap over zijn. Dit noemen we een tweetrapsmaking.

Slotconclusie: Er zijn mogelijkheden om uw kind verzorgd achter te laten zonder zijn erfdeel of uw hele nalatenschap te spenderen aan zijn of haar verzorging. Daarnaast zijn er personen in de hoedanigheid van bewindvoerder en mentor aan te wijzen in een testament die uw wensen tot verzorging en opvang kunnen begeleiden dan wel  uitvoeren.

 

Mr. Karel J.M. Schretlen, notaris te Geldrop-Mierlo

 

Hoe zit het met het vererven van de eigen woning en de aftrek van de hypotheekrente ?

Hoe zit het met het vererven van de eigen woning en de aftrek van de hypotheekrente ?

Hoe zit het met het vererven van de eigen woning en de aftrek van de hypotheekrente ?

 

Govert en Ellen zijn gaan samenwonen na een echtscheiding van Govert. Ellen was toen weduwe. Er is geen samenlevingscontract. 

Stel, Govert is eigenaar van een woning die bij aankoop volledig door de bank  is gefinancierd. Govert woont samen met Ellen. Hij heeft een zoon, Erik, uit het eerdere huwelijk. 

Govert overlijdt.  Hij heeft een testament gemaakt, waarin hij  Ellen en Erik samen en ieder voor de helft van zijn nalatenschap tot zijn erfgenamen benoemd. Erik woont elders. 

 

Hoe zit het nu bij overlijden met de belasting in verband met de eigen woning als er kinderen uit de eerdere relatie zijn ? 

Ellen blijft voorlopig in de woning. Vanwege de slechte woningmarkt, spreken Ellen en Erik af dat zij  in de woning mag blijven totdat deze verkocht wordt. Ellen betaalt de (volledige) hypotheekrente. Notabene: Erik realiseert zich dat hij als erfgenaam voor de helft voor zijn aandeel in de hypotheekrente tegenover de bank aansprakelijk blijft. Mogelijk kan hij in overleg met de bank een andere afspraak maken. 

 

Wat zijn nu de gevolgen voor uw belastingen ?

Onverdeelde nalatenschap. Na het overlijden is er sprake van een ‘onverdeelde nalatenschap’, waarvan de twee erfgenamen (Ellen en Erik) ieder voor de helft erfgenaam zijn. Voor de inkomstenbelasting moet iedere erfgenaam zijn aandeel in die onverdeelde nalatenschap verantwoorden in zijn jaarlijkse belastingaangifte. 

Bij Ellen. Voor Ellen is er, tot het gedeelte waartoe zij gerechtigd is (50%), sprake van een eigen woning volgens Box I van de Wet op de Inkomstenbelasting. Daarom geeft zij 50% van het eigenwoningforfait als inkomen aan. 

Bij Erik. Voor Erik is zijn 50%-aandeel géén eigen woning, maar een bezitting die  in Box III terecht komt. Het  inkomen uit sparen en beleggen van dit vermogen wordt dan belast met 30 % Inkomstenbelasting (= Box 3). 

Aftrek hypotheekrente. Wat betreft de hypothecaire lening geldt hetzelfde. Feitelijk is dus nog slechts 50% van de rente in box 1 aftrekbaar, ondanks het feit dat Ellen de volledige hypotheekrente betaalt, omdat zij degene is die in het huis blijft wonen. 

Aflossingsverplichting ? Ellen krijgt een aandeel in een hypotheekschuld die zij eerst niet had. Betekent dit nu dat Ellen vanwege de nieuwe aflossingsverplichtingen in de wet te maken heeft  met  een verplichte jaarlijkse aflossing ? Ook omdat de wet nu zegt, dat alleen dan de rente over een hypotheeklening aftrekbaar is ? Het gaat hier om een aflossingsvrije lening die vóór die wetswijziging afgesloten is en het is daarom zo, dat die lening dat ook blijft. Waarom ? Omdat Ellen als erfgenaam de juridische positie van Govert voortzet en die had geen aflossingsverplichting voor zijn schuld op het huis. Bovendien wordt een verkrijging krachtens erfrecht fiscaal gezien niet aangemerkt als een verwerving, zodat de wettelijke overgangsregeling van toepassing is. 

 

Advies: Nalatenschap zo snel mogelijk verdelen

Om renteaftrek veilig te stellen. Het is aan te raden de nalatenschap niet langer dan strikt noodzakelijk onverdeeld te laten. Om te bereiken dat Ellen volledige renteaftrek krijgt, is het verstandig bij de verdeling van de nalatenschap de woning en de hypothecaire geldlening volledig toe te delen aan Ellen. Dan heeft zij ook voor 100 % de hypotheekrenteaftrek. 

 

Tevoren goed regelen:

Testament. Het is ook aan te bevelen om meteen bij het gaan samenwonen een testament op te stellen waarin Ellen de gehele woning erft. Daarin kan dan als compensatie voor Erik ook opgenomen worden de verplichting voor Ellen om hem voor zijn deel in het huis schadeloos te stellen. 

Tenslotte een risicoverzekering. Met een risicoverzekering op het leven van Govert kan ook de financiering van de verwerving van het deel van het huis van Erik door Ellen en mogelijk ook de schadeloosstelling aan Erik veilig gesteld worden.

 

Wilt u hierover een advies op maat, neemt u dan contact op met uw adviseur zoals de notaris.

 

Levenstestament

Levenstestament

Het levenstestament     

Een levenstestament stelt u op voor het geval dat u tíjdens uw leven niet meer in staat bent uw zaken te behartigen. 

Een testament is van belang bij overlijden, voor een regeling van de erfenis of van de aanwijzing van de erfgenamen en hun positie in de nalatenschap. Dit artikel gaat uitsluitend over het levenstestament.

Wanneer u zelf niet meer in staat bent uw zaken te regelen, bijvoorbeeld door een ongeluk, of slecht functioneren van de hersenen, kunnen uw naasten de Rechtbank verzoeken om een bewind over uw vermogen in te stellen . Er wordt dan iemand aangesteld om uw zaken voor u waar te nemen. Dit neemt echter wel de nodige tijd in beslag, en brengt de nodige rompslomp met zich mee. Daarnaast is het de rechter die deze persoon aanwijst en niet u. Verder is nog steeds voor sommige handelingen, telkens weer opnieuw, goedkeuring van de rechter nodig.

Een volmacht in het levenstestament is dan praktischer dan zo’n bewind via de rechter. U wijst zelf iemand aan, waarin u het vertrouwen heeft, dat hij of zij uw belangen goed zal behartigen.

Om de procedure via de Rechtbank te voorkomen, kunt u zo zelf iemand aanwijzen die uw zaken waarneemt als u dat zelf niet meer kunt. Het is verder mogelijk om deze volmacht, aan bijvoorbeeld uw partner, of aan een van de kinderen, af te geven onder voorwaarde dat een (huis)arts heeft verklaard dat u dit inderdaad niet meer zelf kunt. Dan wordt deze pas daarna  van kracht.

In een levenstestament kunnen diverse soorten volmachten worden opgenomen zoals met betrekking tot het beheren van bankrekeningen; het regelen van fiscale zaken; het vertegenwoordigen van uw onderneming; of het kopen of verkopen van een woning. Ook is te denken aan een behandelingsgebod of behandelingsverbod bij ziekte en orgaandonatie. In dit testament kunnen ook de nodige instructies vastgelegd worden aangaande het overleg met artsen en verzorgingsinstanties.

De notaris registreert het levenstestament bij het Centraal Register Levenstestamenten. Slechts het feit dat u bij een bepaalde notaris het levenstestament hebt opgesteld wordt geregistreerd. Deze registratie en de inhoud blijven geheim. Het is wel altijd op uw verzoek vindbaar.

Wij kunnen u adviseren over de inhoud van levenstestament en dit voor u opstellen. Op deze website kunt u onder "brochures" de brochure "Levenstestament" ophalen. Meer informatie vind u op de sites van EPN (Estate Planners Notariaat) en notaris.nl, waarnaar u kunt doorlinken. Schretlen Notaris is lid van EPN.

Nadere inlichtingen ? Bel mr. K.J.M. Schretlen, 0492-370090

 

Ouderlijk huis op naam van de kinderen

Ouderlijk huis op naam van de kinderen

Ouderlijk huis op naam van de kinderen in het verleden

Er zijn nogal wat mensen die de ouderlijke woning in het verleden op naam van de kinderen hebben gezet. Sinds 2010 pakt dit voor de erfbelasting heel nadelig uit.

Voorbeeld. De ouders zijn 78 en 80 jaar. Zij hebben een klein aanvullend pensioen en een beperkt vermogen. In 1980 hebben zij hun eigen huis op naam van hun twee kinderen laten zetten en daarbij een recht tot gebruik en bewoning (vruchtgebruik) voorbehouden, omdat dit toen voordelig was.

Wetswijziging. Nu blijkt vanwege een wetswijziging in het jaar 2010 dat, ingeval één van de ouders overlijdt, er door de kinderen heel veel erfbelasting moet worden betaald. Sinds 2010 wordt het huis namelijk bij de kinderen belast tegen de laatst vastgestelde WOZ-waarde. Deze is aanmerkelijk hoger dan de waarde van zeg 20 jaar geleden.

Rekenvoorbeeld. Het ouderlijk huis, toen waard € 100.000,-, is overgedragen aan de kinderen tegen € 28.000,-. Onder de oude regeling werd over het verschil van € 72.000,--minus de gederfde rente, 20 jaar lang 6% over € 28.000,- = 38.400,- erfbelasting geheven. Uitgaande van de schijf van 10% was onder de oude regeling € 3.840,- erfbelasting verschuldigd. Tot 2010 werd de gestegen waarde van het huis sinds de overdracht aan de kinderen, 20 jaar geleden, niet belast met erfbelasting.

Nu is het huis op 1 januari 2010 € 500.000,- waard. Sinds 2010 wordt nu het verschil tussen de waarde op het moment van overdracht en de huidige waarde belast. Duidelijk is dat dan over dit verschil van € 400.000,- minus de gederfde rente van 6% over € 28.000,- =  € 366.400,- veel meer erfbelasting betaald moet worden, wel tenminste tien maal zoveel.

Overgangsregeling. Het goede nieuws is dat er nu voor deze oude gevallen alsnog een overgangsregeling wordt getroffen. Op grond hiervan mogen de kinderen bij het overlijden van (een van) hun ouders uitgaan van de waarde van de woning ten tijde van de overdracht, vermeerderd met de waardestijging van 1 januari 2010 tot de overlijdensdatum. Hierdoor wordt een waardestijging tussen het moment van de overdracht en 1 januari 2010 niet meegenomen voor de berekening van de verschuldigde erfbelasting. Dit overgangsrecht geldt ook voor de situaties waarin het vruchtgebruik inmiddels is omgezet in huur.

 

Bezoekadres

Dorpsstraat 127
5731 JH Mierlo